De
honingbij (Apis
mellifera) is bij iedereen gekend. Ofwel door de honing die ze ons
levert, ofwel door de bestuiving waarvoor ze belangrijk is, ofwel door de
pijnlijke steken die ze kan uitdelen... Maar dit is maar één soort bij.
De
Apidae-familie telt in België ongeveer 400 bijensoorten. De meeste leven
solitair. Enkele soorten leven wel naast elkaar, maar elk individu bouwt
z’n eigen nest. De hommels vormen kleine kolonies, maar de koninginnen
overwinteren toch individueel. Deze grote groep dieren is heel nuttig in
de natuur, vooral voor de bestuiving.
Maar
helaas zijn de solitaire bijen onvoldoende gekend en zijn ze dus ook nog
niet geliefd. Met het Solitaire Bijen-project willen we daar verandering
in brengen.
De solitaire bijen
hebben het net als de honingbij hard te verduren door het verdwijnen van
nectar- en stuifmeelrijke drachtplanten. Daarenboven verliezen de
solitaire bijen ook nog eens heel wat nestgelegenheden. Honingbijen worden
door de mens gehouden en zullen dan ook blijven bestaan.
Maar door het
verdwijnen van braakliggende gebieden, rieten daken, stijlwanden,
braambermen, holle wegen, lemen muren en oude houten constructies zijn
heel wat ideale nestbiotopen voor solitaire bijen ten onder gegaan. Ook
industrialisering, asfaltering en modernisering zijn voor solitaire bijen
meestal niet positief. Daarom is het belangrijk dat er niet enkel aandacht
besteed wordt aan de vermeerdering van drachtplanten, maar ook aan de
biotopen voor nestgelegenheden.
Een vrouwelijke
solitaire bij gaat in het vroege voorjaar op zoek naar een geschikte
nestplaats. Het grootste deel graaft zelf een gangetje in de grond, maar
30% van de soorten gaat op zoek naar bestaande holten bovengronds.
Wanneer de
geschikte nestplaats gevonden is, gaat het vrouwtje op zoek naar
stuifmeel. Dit wordt in het nest verzameld. Bij het stuifmeel wordt een
eitje gelegd en de bij bouwt er met speeksel, modder en soms
plantenmateriaal een wand voor. Zo ontstaat een kamer waarin het eitje kan
groeien tot larve, die zich voedt met het stuifmeel en vervolgens verpopt
tot volwassen bij.
Per nestholte
worden een aantal van deze kamers gebouwd en vooraan wordt alles extra
beveiligd met een stevige prop. Zo overwinteren de poppen veilig en in het
voorjaar bijten de verpopte bijen zich een weg naar buiten.
De bijen vooraan in
de nestgang zijn mannetjes die ontstaan uit onbevruchte eitjes. Zij
wachten in de omgeving van de nestplek tot de vrouwtjes verschijnen. Zodra
de vrouwtjes bevrucht zijn, gaan ze op zoek naar een nieuwe nestplek en
begint de cyclus opnieuw. De bevruchte vrouwtjes zoeken een nieuwe
nestgang, ofwel kuisen ze de oude nestgang uit en gebruiken die
opnieuw.
Vermits
solitaire bijen bijna uitsluitend stuifmeel gebruiken als voedsel voor het
broed komen ze bij elk bloembezoek uitvoerig in contact met de meeldraden.
In 97% van de gevallen zal er dan ook bestuiving optreden. Honingbijen
zuigen vaak de nectar uit de bloem zonder daarbij de meeldraden te raken.
Hun efficiëntie voor bestuiving is dan ook veel lager.
Veel
solitaire bijensoorten zijn reeds vroeg in het voorjaar (maart-april) zeer
druk in de weer. Deze bijen zijn dus heel nuttig voor de bestuiving van
vroege bloeiers. In België worden momenteel honingbijen en hommels
gebruikt voor de bestuiving van landbouwgewassen. Maar om deze volken
sterk en gezond te houden is heel wat werk van een imker nodig.
Solitaire
bijen daarentegen hebben enkel een goede nestplaats nodig en zullen
vanzelf jaar na jaar terugkomen zonder iemand lastig te vallen. Solitaire
bijen hebben immers wel een angel, maar gebruiken die enkel wanneer ze in
levensgevaar verkeren. Ze hebben immers geen honingvoorraad te verdedigen
zoals de honingbij. Wat deze vredelievende diertjes ook nog eens heel
zachtaardig maakt. Daarenboven geraken veel soorten niet door de
menselijke huid.
Behalve het
rechtstreekse nut zorgen de bijen ook onrechtstreeks voor een grote
natuurlijke meerwaarde. Planten dragen meer en betere vruchten wanneer ze
goed bestoven worden. En daar profiteren zowel de mensen als de dieren
van. Bijen zijn ook zelf voedselbron van een aantal vogels. Deze vogels
eten echter niet alleen bijen, maar vangen ook een groot aantal minder
nuttige of zelfs schadelijke dieren.
Ondanks het grote
nut van solitaire bijen, werd er nog niet veel onderzoek naar verricht.
Zeker in België is het beperkt gebleven tot een paar enkelingen die er
zich uit interesse mee bezighielden. Maar daar komt eindelijk verandering
in.
Op het
Informatiecentrum voor Bijenteelt, Universiteit Gent, wordt een Solitaire
Bijen-project opgestart. Het is de bedoeling om de verspreiding van een
aantal solitaire bijensoorten in Vlaanderen in kaart te brengen. Daarbij
spitsen we ons toe op de soorten die bovengronds leven en in artificiële
nestgelegenheden komen. Dit gaat over minder dan 30% van de solitaire
bijensoorten. Maar het is een begin en het zijn deze soorten die later
gemakkelijk kunnen worden ingezet bij de bestuiving van
landbouwgewassen.
Als veel mensen
meewerken aan het project krijgen we veel waarnemingen. Hiermee zullen dan
heel wat nieuwe inzichten verschaft worden in de solitaire bijenwereld en
hun rol bij de bestuiving.
In een eerste fase werden 500 nestkasten opgehangen over heel Vlaanderen. Deze nestkasten bevatten 80 glazen buisjes met vier verschillende diameters. Verschillende solitaire bijensoorten hebben immers verschillende diameters nodig afhankelijk van hun lichaamsgrootte. De glazen buisjes hebben als voordeel dat de vleugels van de bijen niet beschadigd worden bij het vele in- en uitvliegen. En het is mogelijk om op grote schaal identieke nestkasten te maken, wat niet mogelijk is indien bamboe of ander natuurlijk materiaal zou worden gebruikt.
Het zijn dan ook
enkel de omgevingsfactoren die bepalen welke solitaire bijen erop afkomen.
De glazen buisjes zitten in kartonnen kokers zodat er geen licht aan het
broed kan en zodat dit ook geïsoleerd is. Dit alles zit in een mooie
driehoekige houtconstructie zodat het een echte solitaire bijennestkast
wordt. Deze nestkast wordt te koop aangeboden en kost € 25, de
productieprijs.
In 2005 hebben 584
mensen reeds een nestkastje opgehangen. De resultaten zijn zeer hoopvol.
We zijn op zoek naar nog meer mensen die zich eens willen verdiepen in de
wereld van de solitaire bijen. Om een nestkast te kunnen ophangen heb je
een zonnige, warme plek nodig, best naar het zuiden gericht. Solitaire
bijen zijn immers echt warmteminnend en hebben het liefst zoveel mogelijk
zon. Wanneer je nu zo’n nestkast ophangt zal je reeds in het voorjaar van
2006 heel wat activiteit aan de nestkast kunnen waarnemen.
Het ophangen van de
nestkast alleen is niet genoeg. Met behulp van een invullijst zal ook
gevraagd worden om bij te houden wanneer welke gaatjes dichtgebouwd zijn.
Er wordt ook een handige determinatietabel gemaakt zodat de verschillende
soorten gemakkelijk op naam te brengen zijn.
Alle gegevens
worden verzameld en verwerkt op het Informatiecentrum voor Bijenteelt.
Deze gegevens zullen ons heel wat bijleren over de status en verspreiding
van de solitaire bijen in Vlaanderen.
Wie geïnteresseerd
is om mee te werken aan het project kan onderstaand strookje invullen en
opsturen, of rechtstreeks contact opnemen met het Informatiecentrum voor
Bijenteelt.
Meer aandacht voor
de solitaire bijen is niet alleen voor de bijen zelf positief. Door het
groter aantal bijen zullen ook heel wat bloemen, kruiden, struiken en
bomen er wel bij varen. Meer vruchten betekent meer voedsel voor een grote
groep dieren. Bovendien maken bijen ook deel uit van een voedselketen
waarbij ze zelf als voedsel dienen voor bepaalde vogelsoorten.
Werk dus mee met
het Solitaire Bijen-project en veroorzaak een heropbloei van de
natuur!
Wie nog vragen
heeft mag altijd contact opnemen met Dries Laget van het Informatiecentrum
voor Bijenteelt: Krijgslaan 281 - S33, 9000 Gent,
Tel.
09 264 49 27
e-mail:
dries.laget@ugent.be
Invulstrookje:
Terug
te sturen naar - Informatiecentrum voor Bijenteelt t.a.v. Dries Laget - Krijgslaan 281 S33
- 9000
Gent
□ Ik wil meehelpen met het
Solitaire Bijen-project en een nestkast ophangen.
Ik zal
ook de vragenlijst zo goed mogelijk proberen invullen.
□
Ik kan zelf het nestkastje komen halen op het Informatiecentrum
voor Bijenteelt
□
Je mag het mij opsturen, de portkosten zijn voor mij.
□ Ik weet nog niet of ik
daadwerkelijk ga meedoen.
Ik zou
eerst nog wat meer uitleg willen.
Naam:
…………………………………………………………………………………………..
Adres:
….............................................................................................................……….
Telefoon:
……….............................................................................................................
E-mail:
………….............................................................................................................