Bijen houden van linden (deel 2)
Vroeger waren er nog zekerheden. Ook in de bijenteelt. De uitbundige lentebloei stuwde de bijenvolken naar hun hoogtepunt, tot het zwermen toe. Hieruit ontstonden nieuwe, kwetsbare volkjes. De bloesem van de zomerlinde bracht hen de gevarengrens voorbij. Korenbloemen, klaprozen en de vele andere zomerbloeiers bezorgden hen het voedsel om de winter door te komen. Hoe anders is het nu! De opwarming van de aarde brengt de bijen in verwarring. Zwermen komen nu al in april en de korenbloemen zijn helaas uit onze velden verdwenen.
Waarom bijen zwermen
Zwermen verzekeren het voortbestaan van de honingbijen. Al miljoenen jaren lang. Het zwermproces verdeelt de kolonie in twee. De koningin verlaat de bijenkast met een groot deel van de werksterbijen. In de kast blijft ongeveer een derde van de werksterbijen achter, samen met het jonge broed en enkele koninginnen, alsnog geborgen in een gesloten koninginnencel. Een week later zal één van hen de uitgezwermde koningin vervangen.
De bijen bereiden het zwermplan twee tot vier weken vóór hun uittocht voor. Het sein hiervoor is het effect van het koninginnenferomoon. Dat feromoon is een stof die de bijen aan de koningin bindt. Als deze veroudert, scheidt ze minder feromoon af. Ook de overbevolking van het broednest kan de verspreiding van de stof belemmeren en tot zwermen leiden. De werksterbijen bouwen dan koninginnencellen en verplichten de koningin om er een eitje in te deponeren. Gelijktijdig krijgt ze minder te eten. Ze vermagert en hierdoor zal ze straks in staat zijn om mee uit te zwermen.
Ook de werksterbijen bereiden de uittocht voor. Zij zuigen zich vol met honing opdat ze over de nodige energie zouden beschikken om hun nieuw nest in te richten. Als de weeromstandigheden goed zijn, zwermt het volk uit, acht tot tien dagen nadat de eitjes in de koninginnencel werden gelegd. Dat is bij het sluiten van de koninginnencellen en een dag of acht vóór de geboorte van de eerste koningin. Meestal zal die de resterende koninginnen in hun cel doden. Als het volk heel sterk is, kan het nochtans gebeuren dat ook zij uitzwermt met een deel van de overgebleven bijen.
Nadat de zwerm zijn kast verlaten heeft, strijkt hij neer in de buurt van de bijenhal, ergens aan een tak of in een haag. Verschillende verkenbijen gaan dan op zoek naar een geschikte woonst, soms zijn ze daar al mee begonnen voor het uitzwermen. Als ze een geschikte plaats gevonden hebben, komen ze dat aan hun zusters vertellen. Dan begint het grote overleg, want tenslotte moeten ze kiezen voor één plaats.
Als taal gebruiken ze hun merkwaardige kwispeldans. Uiteindelijk treffen ze een akkoord over een welbepaald 'voorstel' en vertrekt de zwerm. Dat is een indrukwekkende gebeurtenis. Een wolk bijen, vaak meer dan 10 m lang en 5 m hoog, verplaatst zich aan een snelheid van 11 km per uur, 3 m boven de grond. De verkenbijen nemen de leiding en gidsen de zwerm naar de nieuwe woonst.
Belang van de linde
Leken associëren linden spontaan met bijen. De verschillende variëteiten zijn dan ook uitstekende voedselbronnen. Gemiddeld genomen verstrekt een linde tijdens haar bloei bijna een kilogram suikers aan haar bezoekers. Na de bloei leveren alle inlandse soorten nog gedurende een lange periode honingdauw, een suikerachtig vocht dat afgescheiden wordt door bladluizen die de bladnerven doorbijten om zich te voeden met het zoete sap. Als de insecten deze secreties niet opnemen, druipt de honingdauw van de bladeren. Daarom is het af te raden de wagen onder zomer- en winterlinden te parkeren of om er tuinmeubelen onder te plaatsen.
Linden zijn een uitstekende voedselbron voor bijen. De bloesems kunnen we ook gebruiken voor het maken van thee.
Behalve suikers vinden de insecten bij de linden ook eiwitten onder de vorm van stuifmeel. Naast voedselbron voor insecten hebben linden nog een aantal andere eigenschappen. Denk maar aan de rustgevende thee van lindebloesem.
Spelen met soorten
De bloeiduur van de linden kent grote schommelingen. Gemiddeld bloeien ze twee tot drie weken. De bloeitijd van de verschillende soorten varieert eveneens. Bij ons is de zomerlinde eerst aan de beurt, dan komt de winterlinde en de zilverlinde sluit het rijtje af, tenminste als we onze beperken tot deze courante variëteiten. Het betekent wel dat wanneer deze samen aangeplant zijn, de insecten over een voedselaanbod van zes tot acht weken beschikken.
Dat er onder laatbloeiende lindebomen insecten sterven, is het gevolg van de onderlinge voedselconcurrentie. Laat in het seizoen bloeien er steeds minder drachtplanten. Vooral solitaire linden trekken dan uit de wijde omgeving insecten aan. De spoeling wordt echter erg dun en de diertjes verbruiken meer energie bij het rondvliegen dan ze in de vorm van nectar kunnen verzamelen. Met andere woorden: ze verhongeren!
Koninklijke Vlaamse Imkersbond
gderoeck@skynet.be
Informatiecentrum voor bijenteelt
Koen Beeuwsaert
Terug naar artikels in de pers
of : Verder naar deel 3: 'Bijen zijn goud waard'